Er is geen plek ter wereld waar ik nu liever zou vertoeven dan… Wenen, de oude keizerstad. En meer bepaald in het Kunsthistorisches Museum voor de majestueuze tentoonstelling over Pieter Bruegel de Oude. Ik lees en hoor dat dit exclusieve overzicht met tweederde van zijn schilderijen en de helft van zijn tekeningen de eerste vijftig jaar niet meer georganiseerd zal worden. Vijf-tig jaar, mijn God! Dan ben ik… 91. Zucht. Diepe zucht.
Want: wat houden wij van Bruegels fijnzinnige penseeltrekken, zijn compositorisch vernuft, zijn speelse eigenzinnigheid. Onze bewondering voor de Oude Meester wilden we dan ook graag al vroeg aan onze kinderen meegeven. “Bruegel? Die kennen wij al lang hoor!” zeiden ze achteloos. Of ze die dan van school kenden? Nee hoor, was hun antwoord, via een strip van Suske en Wiske. Ach ja, natuurlijk! Die heerlijke strip De Dulle Griet waarin zij door Barabas’ teletijdmachine naar het heden wordt geflitst, overal onheil aanricht en het in het bijzonder op Schanulleke heeft gemunt. Tja, een helleveeg die hun favoriete lappenpopje zo onheus behandelt, vergeten ze van hun leven niet.
Pieter Bruegel is zo veel meer dan de schilder van de “dansende boeren”. Dat bewijzen ook enkele jeugdauteurs en illustratoren die uit zijn rijkelijke oeuvre putten om hun eigen Bruegeliaanse wereld te scheppen. Er is de Dulle Griet van Geert De Kockere en Carll Cneut; met het mes tussen de tanden, stoutmoediger dan ooit gaat ze zélf de duivel in de hel halen. Of we dromen in de zwierige etsen van Arnoud Wierstra mee met een man die vliegen wil terwijl arbeiders naarstig aan de Toren van Babel bouwen (Babel). En bovenal is daar de goedmoedige jager van Sassafras De Bruyn (of is het zijn dartele hond?) die met ons via Bruegels wereld uiteindelijk naar zijn eigen paneel reist (De jager en zijn hond).
Drie prentenboeken als streling voor het oog. Ze gidsen kinderen heel spontaan in Bruegels beeldtaal en wereld. En of kinderen op die manier Bruegel leren waarderen! En die bewondering zal blijven. En zo gebeurt het dat tijdens een gesprek over een eventuele orthodontische behandeling één van de kinderen vertwijfeld uitroept – en dit is geen verzinsel: “Maar ik wil helemaal geen breugel!”.
Ook niet in Wenen geraakt? Ach, dan bouwen we toch gewoon ons eigen museum via: www.insidebruegel.net
Pingback: Ons papieren museum* | Met Andere Woorden Boekenblog
Pingback: Kleurenkladders* | Met Andere Woorden Boekenblog