Constant, Gerda en ik

Ik heb grote handen. Heel grote handen. Toch voor een meisje. En grote voeten heb ik ook. Niets aan te doen, dat zijn familietrekjes. Mijn grote handen vond ik helemaal niet leuk. Ik schaamde me en probeerde ze te verstoppen, te verhullen, te ontkennen. O, vindingrijk was ik zeker. Maar het hielp niet. Ze bleven opvallen. Anderen herinnerden me er wel eens aan, als betrof het iets dat ik zelf nog niet had opgemerkt. Of ze prezen me met “gij zult ne goeie werker zijn, gij” terwijl ze met een mengeling van verbazing en ontzag naar mijn handen staarden. In se was dat een lofuiting voor een kwaliteit die op het platteland van mijn jeugd hoog stond aangeschreven. Ik reageerde echter steeds bijzonder korzelig want in mijn opstandige tienerhoofd leken ze mij op die manier te beperken tot iemand die ik niet wilde zijn. (Nu weet ik wel beter.) Ja, mijn handen en ik, dat was een moeilijke relatie.

Dus vind ik het echt fijn dat illustratrice Gerda Dendooven van grote handen en grote voeten houdt. Meer zelfs, van kolenschoppen en disproportionele lichamen heeft zij haar handelsmerk gemaakt.

IMG-20190602-WA0010

“Kijk die handen. Zie die voeten. Wie zouden haar ouders zijn? Zouden die ook zulke grote voeten hebben?” uit: Stella, ster van de zee, Gerda Dendooven (tekst en illustraties)

Haar tekenstijl is een kwestie van smaak, wordt wel eens gezegd. (Is dat niet altijd zo?) Ik kan haar robuuste stijl zeker appreciëren, net omdat haar bonkige personages ook heel teder en kwetsbaar kunnen zijn – als een hedendaagse Constant Permeke. Ik houd in het bijzonder van Takkenkind en Stella, ster van de zee. Zie, hoe teder knuffelen de man en de vrouw hun guitige kindje op de omslag van Takkenkind – dat het een takkenkindje is doet er niet toe. Kinderen daarentegen kunnen met haar aparte beeldtaal best wel moeite hebben. Jaar na jaar bracht ik thuis nieuw werk van Gerda Dendooven mee om aan mijn kinderen voor te lezen. Lange tijd vonden ze de illustraties raar en lelijk maar stilaan beginnen ze haar werk oprecht te waarderen. Zeker, haar beelden zijn niet braaf, lieflijk of schattig; ze bevreemden, dagen uit of stoten zelfs af. En haar personages zijn herkenbaar en toch heel anders dan wat we kennen. Het mag duidelijk zijn: Gerda Dendooven is een eigenzinnige stem in de kinder – en jeugdliteratuur.

Ik kijk nogmaals naar mijn handen: naar de verhaallijnen van mijn grote handpalmen, de lange stevige vingers, de brede nagels. Wel ja, het zijn nog steeds grote handen. Maar ze zouden een prachtig model zijn voor een veelbekroonde Vlaamse illustratrice. En wie kan dát zeggen?

 

5 thoughts on “Constant, Gerda en ik

  1. Vreemd, beste Sigrid, mij zijn nog nooit je grote handen opgevallen, maar wat wél opvallend is,dat zijn je originele ideeën en de manier waarop je die uitdrukt. Buitengewoon! Lieve groetjes,
    Omama

    Liked by 1 person

Leave a comment